Voordat je de Suunto Wing voor de eerste keer gebruikt, moet je deze aan een compatibel apparaat koppelen.
Houd de knop ingedrukt. Na drie seconden is de Suunto Wing ingeschakeld. Laat de knop nog niet los.
Houd de knop nog eens twee seconden ingedrukt om de verbindingsmodus in te schakelen. Zodra de rode ledverlichting gaat knipperen, kun je het product koppelen.
Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld op het apparaat waarmee je de Suunto Wing wilt koppelen.
Bij de Bluetooth-instellingen van het compatibele apparaat open je de lijst met apparaten in de buurt.
Zoek de Suunto Wing in de lijst en koppel de hoofdtelefoon met het apparaat.
Als de koppeling is geslaagd, klinkt via de hoofdtelefoon een geluid en gaat de ledverlichting uit.
Houd de knoppen Plus en Min drie seconden lang gelijktijdig ingedrukt om de verbindingsmodus in te schakelen. Zodra de rode ledverlichting gaat knipperen, kun je het product koppelen.
Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld op het apparaat waarmee je de Suunto Wing wilt koppelen.
Bij de Bluetooth-instellingen van het compatibele apparaat open je de lijst met apparaten in de buurt.
Zoek de Suunto Wing in de lijst en koppel de hoofdtelefoon met het apparaat.
Als de koppeling is geslaagd, klinkt via de hoofdtelefoon een geluid en gaat de ledverlichting uit.
De Suunto Wing kan door middel van NFC worden gekoppeld aan een compatibele mobiele telefoon.
Wanneer de hoofdtelefoon is ingeschakeld, leg je de linkerkant met het NFC-logo dichtbij het deel van je mobiele telefoon waar de NFC-chip zich bevindt. Op het scherm verschijnt een pop-upbericht met de mededeling om de telefoon te koppelen met de Suunto Wing.